Wehrpass van Walter Kandler.
Kandler werd opgeroepen in 1936 om zijn diensplicht te vervullen bij de 3de comp. van het I.R 102.
In die twee jaar dienst kreeg hij een opleiding als infanterist en leerde omgaan met het Gewehr 98, MG13 (machinegeweer) en pistool 08, na zijn opleiding volgde hij school voor wapenmaker assistent.
Op 7.11.1938 zwaaide hij af om na 10 maanden (26.08.1939) terug opgeroepen te worden om zich bij de 6 comp. van het I.R.456 te vervoegen die een onderdeel vormde van het 256ste Infanterie-Division.
Na een paar maanden werd Walter Kandler overgeplaatst naar het 5/I.R 476 waarmee hij de veldtocht in de lage landen mee maakte.
MG13 in gebruik.
Kandler vocht met zijn regiment door Nederland, in Antwerpen gekomen trok het IR.476 door de verdediging van het 33e Linie aan de weg Breda-Antwerpen.
Tijdens de gevechten aan het kanaal Gent-Terneuzen op 23 mei 1940 vocht zijn regiment ter hoogte van de Kuhlmannfabrieken tussen Rieme en Zelzate.
Van Zelzate ging het naar Lembeke richting Eeklo.
Aangekomen in Eeklo ontplooide het I.R476 zijn manschappen rond Averschoot, Oostveld en Schaperijstraat. Het regiment bleef de volgende dagen in reserve liggen.
Na de veldtocht in Nederland, België en Frankrijk beleefde Kandler met zijn 256ste Infanterie-division een rustige periode als bezettingstroep in Frankrijk waar hij ook nog bevorderd word naar onderofficier. Bij de start van de veldtocht, in Rusland (22 juni 1941) werd de divisie ingedeeld bij Heeresgruppe Mitte.
Op 27.07.1941 ontvangt hij het kriegsverdienstkreuz 2. klasse mit schwertern en de Ostmedaille.
In februari 1943 word Kandler overgeplaatst naar Armeegeratpark 672 (Legermateriaal park 672) waar hij bevorderd word tot Feldwebel.
Eind 1944 word hij nog eens overgeplaatst naar een ander regiment, waar hij verblijft tot het einde van de oorlog.
Zijn verdiende medailles.
Kriegsverdienstkreuz 2. klasse mit schwertern.
De Ostmedaille.