Merkel Martin, geboren te Sommerfeld (30km van Berlijn) op 10.05.07.
Was in het dagelijks leven spinner in een textielbedrijf.

Gefreiter (korporaal) bij het 8 (mg) I.R. 309.
Hij sneuvelde op 27.05.1940 te Leischoot – Oostwinkel.
Doodsoorzaak: een kogel door het hoofd.
Op het moment van zijn sneuvelen ging de opmars zodanig snel dat zijn eenheid de tijd niet had om zijn erkennungsmarke (identificatieplaatje) in twee te breken.
De gefreiter werd na de gevechten begraven op het land van (landbouwer?) Julien Madou.
Hij liet een vrouw en 5 kinderen achter.

April – mei 1945.
Door de wrede verhalen die vluchtelingen vertelden over het naderende Rode Leger vluchtte zijn vrouw weg met haar kinderen naar veiliger oorden. Alles achterlaten, alleen het belangrijkste kon mee.
Buiten deze foto’s en nog een paar andere bestaat er niets meer van Merkel Martin.

Met dank aan Ramona Merkel voor de foto’s en info over haar grootvader.

Bidprentje en foto van Roger Gryson. 
Soldaat bij het 39ste linie.
Gesneuveld te Maldegem op 26.05.1940, niet 25.05.1940 zoals vermeld op zijn bidprentje.

Met dank aan Bernard Deneckere voor de info en foto.

Jennard E.H.L. (Rechts op de foto).
Luitenant bij het 7de Jagers te voet, 4de compagnie. (Compagnie van de mitrailleurs).

De luitenant werd krijgsgevangen gemaakt tussen 26 en 27 mei bij de gevechten in Adegem – Maldegem.
Getransporteerd naar Duitsland waar hij in Oflag VII B terecht kwam.

Winter 1940 - 41.
Jennard, links op de foto, bij een luitenant van de wielrijders en een luitenant van de 9de jagers te voet.

Juli 1941.
De luitenant rechts staand op de foto met medegevangenen.

Jennard in 1944. Derde van rechts.

Op 25 mei 1940 sturen de Duitse pioniers een verkenningsgroep naar het afleidingskanaal aan Raverschoot om een geschikte plaats te vinden waar ze later een noodbrug kunnen bouwen.

Bij die verkenning sneuveld Unterofficier Horst Baum, een hoofdschot maakt een bruusk einde aan zijn leven.

Horst Baum zijn lichaam werd meegenomen door zijn kameraden tot in de Peperstraat te Eeklo en werd begraven op het boerenhof van Desmet.

In 2024 word de boerderij nog altijd gerund door de familie Desmet.

Het graf van de gesneuvelde bevond zich rechts na de ingang van de boerderij.

Nicaise Marius.
Geboren te Bouffioulx (provincie Henegouwen) op 28.10.1909.
Luitenant bij het regiment 8ste Jagers te voet (8ème Régiment de Chasseurs à Pied).

Nicaise deed zijn legerdienst bij het 6de linie, bij de mobilisatie van 1939 werd hij ingedeeld bij de 8ste Jagers te voet, 12de compagnie mitrailleurs.

Aan de vooravond van de oorlog staat het 8ste Jagers opgesteld in de Versterkte Positie Antwerpen en beveiligt er de noordelijke sector tussen Lille aan de Schelde en de spoorlijn Essen-Kapellen.

Het was de militairen verboden foto’s te nemen tijdens de mobilisatie van 1939 – 40, en daarom zeer zeldzaam.


Officieren van de 12de compagnie van het 8ste jagers te voet in april 1940 te Kapellen.
Van links naar rechts:
Luitenant Richard Defroyennes.
Luitenant Pierre Delessene.
Kapitein Florian Verrey.
Onderluitenant René Bourtembourg.
Luitenant Marius Nicaise.

 Luitenant Marius Nicaise tussen zijn manschappen van de 12de compagnie, Kapellen april 1940.

De luitenant ter velde.
Bemerk de mitrailleur achter hem die opgesteld staat als luchtafweer.
Omdat het 8ste Jagers een regiment was van tweede reserve, was hun bewapening verouderd of niet compleet.

Nicaise Marius maakt de terugtocht mee van zijn regiment, van Kapellen (17 mei) tot aan het afleidingskanaal te Balgerhoeke (23 mei).
Het 8ste jagers bevind zicht tussen het 7de Jagers (Raverschoot – Balgerhoeke) en het 9de Jagers te voet (Celie – Strobrugge).
De 12de compagnie is een compagnie met mitrailleurs en worden over het regiment verdeeld, waar juist luitenant Nicaise Marius lag met zijn sectie is niet geweten maar op 26.05.1940 word hij krijgsgevangen genomen en afgevoerd naar Duitsland.
Hij komt terecht in Oflag IV C en krijgt het nummer 1258.
Oflag IV C (Colditz)  was het eerste krijgsgevangenkamp waar hij in terecht kwam, Oflag XD (Fischbek – Hamburg) Oflag VII B (Eichstätt – Beieren) waren de volgende.
Hij bleef krijgsgevangen tot 28.04.1945.

December 1942, Oflag XD.
Nicaise Marius (rechts op de foto) met andere krijgsgevangen officieren.
Buiten Nicaise Marius zijn dit allemaal officieren van het 7de Jagers te voet. Naast hem staat luitenant F. Laitat, commandant van de 3de compagnie, 7de Jagers te voet.

19 januari 1942.
Nicaise Marius in Oflag VII B.

(Volgens Duel aan het Schipdonkkanaal, blz. 105)


In de gemeente Zomergem vallen rond 11.00u bommen, de kerk wordt beschadigd. Twee Belgische artillerie-waarnemers sneuvelen in de toren.

Wachtmeester Vandeputte Lucien Joseph.
Wachtmeester Mahieu André Léo Maria.

Volgens getuigen waren hij en Wachtmeester Mahieu André in stukken van één geschoten.


Een derde slachtoffer.

Facebook pagina: Zomergem, het dorp van toen.
Uit het dagboek van 't klooster in de Dreef te Zomergem.

28 MEI 1940

De kerk is erbarmelijk om zien. De lijken van drie Belgische soldaten zijn van onder het puin der sacristij bovengehaald. Ook ‘t Gemeentehuis is erg gehavend.


Soldaat De Meyer Albert is het derde dodelijke slachtoffer van het bombardement.

Een vierde slachtoffer.

Soldaat De Nolf Jules word zwaar gewond van onder het puin van de kerk gehaald en naar het veldhospitaal te Beernem afgevoerd waar hij de volgende dag aan zijn verwondingen bezwijkt. 

Soldaat De Nolf Jules.
Geboren te Wingene op 16.06.1908.
Gewond te Zomergem 25.05.1940 en aan zijn verwondingen overleden te Beernem op 26.05.1940.


 Met dank aan Lescroart Philip voor de foto’s en de info.


Jules met zijn vrouw en zoontje.
Een tweede kind was onderweg maar door het sneuvelen van Jules heeft het nooit zijn vader gezien.

Entlassungsschein van Armandus De Lannoy, soldaat bij het 22ste linie, gevochten te Ronsele - Stoktevijver. Compagnie onbekend.

Krijgsgevangen op 28 mei te Oudenburg, is met de de rest van de 12de divisie naar Kaprijke en Bassevelde gemarcheerd waar hij op 11.06.1940 ontslagen werd uit krijsgevangenschap.

Armandus tijdens zijn legerdienst in 1934 in de Leopoldskazerne te Gent

In 1937 weer opgeroepen om 7 weken kamp te doen.

Groepsfoto van de wederopgeroepenen klas van 34 in 1937.

1 - Armandus De Lannoy.
2 - Onbekend maar gemakkelijk te herkennen persoon.
3 - Eeklonaar Alfons Wijffels? Die deed ook zijn legerdienst in 1934 (Zie persoonlijke verhalen).

Bidprentje van Deodatus Vromant, soldaat bij het 23ste linie.
Gewond aan het Schipdonkanaal op 27 mei, overleden aan zijn verwondingen op 28 mei 1940.

Zijn laatste rustplaats te Houthulst.

Een zeldzame foto van een begrafenis van twee Duitse soldaten op het kerkhof te Adegem.

Helmut Weiss en Rudolf-Karl Fleck, beiden behoorden tot de 7de compagnie van het 456ste infanterie regiment.

Naast hen liggen al twee Duisters begraven, Roth Hermann (gefreiter) van de 1ste compagnie van het 481ste infanterie regiment en een onbekende van de 2de compagnie van het 481ste infanterieregiment.

Een paar weken later werd hier ook Graaf Comte Eugène de Hemricourt de Grunne, kapitein-commandant van de 7e jagers te voet, burgemeester van Wezenbeek-Oppem begraven.

Het dagboekje van soldaat Arthur De Bruycker.
Verkenner bij het 9de linie.
Gesneuveld te Eeklo op 24.05.1940.

Fremault André.
Geboren te Veurne op 10.07.1917.
Soldaat 1ste Regiment Grenadiers, 2de compagnie.
Stamnummer 135/79548.

Fremault André raakte dodelijk gewond te Assenede op 21.05.1940 en stierf aan zijn verwondingen te Brugge op 25.06.1940.
André was een moeilijk geval, al tijdens zijn legerdiens (13.06.1938) kwam hij in contact met de krijgsraad wegens gewelddadigheden tegenover een overste. Dat leverde hem 15 dagen cachot op.

Op 21.05.1940, in de omgeving van Assenede, kreeg Fremault André het bevel om deel te nemen aan een

verkenningspatrouille. 
André weigerde resoluut om daar aan deel te nemen, Adjudant De Smet herhaalde zijn bevel tegenover Fremault en er kwam een discussie tussen de twee mannen. Op een bepaald moment zou Fremault de onderofficier bedreigt hebben met zijn wapen waarop de Adjudant naar zijn revolver greep en de soldaat in de borst schoot.
André werd afgevoerd naar Brugge waar hij overleed aan zijn verwondingen.
Een onderzoek werd ingesteld door Luitenant Deheu, commandant van de 2de compagnie, maar door zijn sneuvelen drie dagen later te Balgerhoeke werd alles op de lange baan geschoven.

Bidprentje van Charles Victor Demaret.
Gesneuveld te Maldegem op 27.05.1940.
Soldaat 9de Jagers te voet.
5de companie.
Stamnummer:
127-76485.



Eeklo, kruispunt Boelare - Molenstraat.
Foto genomen waarschijnlijk na de capitulatie van het Belgische leger.
Belgische en Duitse officieren in gesprek. 
Het uithangbord van Adolphe Delhaize heeft schade opgelopen, alle winkels rolluiken naar beneden.

Oberluitnant Karl Theurer.


Tijdens de gevechten in Adegem (Appelboom) op 27.05.1940 werd Oblt. Träger, commandant van het 6/481 I.R. zwaar gewond en werd hij vervangen door Oberluitnant Karl Theurer.

Karl Theurer in het midden tussen andere officieren.


Descamp Leopold M.
Geboren te Houdeng-Goegnies op 29.11.1917.
Gesneuveld te Adegem op 25.05.1940.
Korporaal 1ste Karabiniers, 5de compagnie.
Stamnummer 131.91371.
Een granaat viel op de hoeve Goed ter Heiden, gelegen in de omgeving van Kerselare - Adegem. (De Kerselare loopt van de Appelboom tot de Vierweegse. Van hieruit komt men via een zijstraatje op het Goed Ter Heiden).
De granaat vloog door de open deur van een schuur en ketste af op een balk en ontplofte in het gebouw. Op slag werden 5 Karabiniers gedood en 4 andere zwaar gewond.
Korporaal Descamp was één van de slachtoffers.

Nys Maurice A.
Geboren te Ransart op 14.03.1911.
Gesneuveld te Maldegem op 27.05.1940.
Soldaat 8ste Jagers te voet, 5de compagnie.
Stamnummer 126.74597.

Delvil Alphonse, A.
Geboren te Ransart op 20.10.1911.
Gesneuveld te Adegem op 26.05.1940. (Steentjes)
Soldaat 8ste Jagers te voet, 9de compagnie.
Stamnummer 126.14892.

Kaart met opgave van oorlogsdiensten van Detremmerie Walter, geboren te Bellem op 26.07.1912. 
Soldaat bij het 2de linie. Met een geboortedatum van 1912 zou het meer logischer zijn dat hij bij het 22ste of 32ste linie ingedeeld zou worden tijdens de mobilisatie.
En het kaartje van aandenken aan de onthulling van de gedenkzuil te Ronsele op 18.09.1955.

2e Linie, klas van 1938, 12de Compagnie Mitrailleurs.
Staand links - Korporaal De ? - De Vogelaere - Goethals - Verbrugge - Van Leuven - De Wolf - De Wilde - Roman - De Wilde G.
Zittend links - Roosen - De Vingst - Penet - Van Den Berghe - De Velkere - De Smet M. klaroenblazer.

De 12 de compagnie van het 2de linie, klas van 38, tijdens patatten jassen.
Zittend van links naar rechts.
De Zutter - Goethals - Bert - Roman - Dussart - Goeminne - Stevens - Odenhol - De Wilde M.K.
Rechtstaand.
Thienpont - Claeys - Roosen (helm) - Franki - De Wolf - Laurlyns - De Smet R.

Bidpretje van Anton Fleischmann, gefreiter bij de 1ste comp. van het 481ste infanterieregiment.

Hij behoorde bij de groep die als eerste over het afleidingskanaal waren gekomen aan Raverschoot maar ver is hij niet geraakt. Na 100m. opgerukt te zijn op vijandelijke bodem kreeg hij een granaatsplinter in zijn hoofd.

Anton werd begraven juist aan de straatkant van Oosteindeke richting Raverschoot.

De oorlogskaart van Goard Alexendré, korporaal bij het 7de Jagers te voet, na de gevechten krijgsgevangen gemaakt te Beernem en afgevoerd naar Ijzendijke waar de meesten onder hem worden vrijgelaten op 11.06.1940.

Militair zakboekje en Entlassungschein van Deplancke Oscar, geboren te Coolkerke (Koolkerke bij Brugge).

Soldaat bij het 13de artillerieregiment, 1ste groep, 2de batterij.

Op 25.05.1940 lag deze groep te Maldegem Kleit. 

Op 26.05.1940, omstreeks 16u00 voert de Luftwaffe een raid uit op deze stellingen. De 2de Sectie van de 2de batterij wordt uitgeschakeld. Onderluitenant Claeys en Brigadier Detailleur raken zwaargewond en zullen overlijden. De groep telt talrijke zwaar en licht gewonden en verliest maar liefst 72 paarden. 

Op 27.05.1940 krijgt de groep een nieuwe positie tussen Oostveld en Oedelem. Na een hele dag in actie geweest te hebben, moeten ze terugtrekken richting Oostkamp waar ze de volgende dag het nieuws horen van de capitulatie.

Oscar wordt met groep krijgsgevangen gemaakt en overgebracht naar Breskens (Nederland) waar hij op 11.06.1940 uit krijgsgevangenschap ontslagen wordt.

Een ingekleurde foto van Demeyer Albert met onderaan de tekst “Aandenken aan mijn broeder. Gesneuveld voor zijn land te Zomergem den 24 mei 1940, begraven te Ursel.”

Albert was één van de slachtoffers die de dood vonden in de kerktoren van Zomergem tijdens een Duitse artilleriebeschieting op 25 mei 1940.
Soldaat bij het 13de artillerieregiment, geboren te Zwevezele op 10.02.1916.
Albert Demeyer had nog een broer die lid was van de weerstand. In 1944 werd deze opgepakt en terechtgesteld in Duitsland.
Met dank aan Wesley Verschetze voor de foto en info.

De noodbrug aan Raverschoot, toen en nu.

Al jaren ben ik opzoek achter info over de Belgische tank T13 die op 27 mei 1940 vernield werd te Knesselare.
Bij opzoekingswerken jaren terug kwam ik deze informatie tegen over de T13.

27 mei.
Ten noorden van Knesselare lijken de Duitsers er in te lukken om het I/4Cy te omzeilen. De aanvallers worden in de richting van Oostveld gespot. De Groepering Morel heeft gelukkig nog enkele versterkingen naar Knesselare weten te sturen. Deze vier motoren met zijspan van de I/1JP en één T13 tankjager van de Cie C47/T13 van het 1Cy (voertuig met nummerplaat 3472 van Sergeant Defise) worden door Kolonel Jadot zonder aarzelen naar het bedreigde dorp gedirigeerd. De vijand breekt zijn opmars af, maar slaagt er in om de T13 uit te schakelen met een anti-tankkanon. Bij dit incident worden voertuigcommandant Sergeant Defize en chauffeur Soldaat Renson gedood. De schutter wordt gewond.

Op onderstaande foto van een vernielde T13 ziet men dus duidelijk de nummerplaat 3472.
De 3472 behoorde tot de 7de DI (zie opschrift vooraan op de T.13). Hij werd uitgeschakeld bij Veldwezelt. 
In elk dossier of boek die de strijd beschrijft te Knesselare verwijst men naar deze T13 wat dus hellemaal niet klopt.
Dankzij J
ohan Gussé, familie van de
dorpsfotograaf van Knesselare M. Hooft, kreeg ik een foto van de vernielde tank te Knesselare. 
Spijtig genoeg geen nummerplaat te herkennen of andere kentekens voor identificatie. Op de foto is wel te zien een Duitse soldaat met een Belgische helm op zijn hoofd en de vernielde kettingrups op de achterzijde van de tank.
Foto is licht beschadigd en de achterzijde draagt de stempel van M. Hooft.


Portretfoto van Albert Desbonnets, soldaat bij het 1ste regiment Karabiniers.

Geboren te Wervik op 16.05.1916.

Albert behoorde tot de 9de compagnie Karabiniers die in mei 1940 aan het afleidingskanaal lagen ter hoogte van Berlaars, Raverschoot-Adegem.

Op 26 mei, tijdens de aanval van de Duitsers die over het kanaal zijn geraakt, word Desbonnets zeer zwaar gewond door een granaatscherf. Albert word nog afgevoerd naar het militair hospitaal te Zevenkerke maar alle hulp is al te laat..........

Met hem sneuvelen nog eens twee korporaals en 6 soldaten van dezelfde compagnie.

Met dank aan N. Ottevaere voor de foto.