Cyriel Pijcke werd geboren op 10.08.1919 te Deftinge, hij was de oudste zoon uit een gezin van 6 kinderen.

Cyriel leerde de bakkerstiel, hier staat hij fier aan een rek met pasgebakken broden.
De toekomst lachte hem toe.

Eind 1937 kreeg Cyriel zijn oproepingsbevel, hij moest zich op 3 januari 1938 aanmelden in de Leopoldskazerne te Gent.
En dit voor een legerdienst van 17 maanden bij het 2de linie.
Hij werd ingedeeld bij de 4de compagnie.


Het militair zakboekje van Pijcke Cyriel.

De 4de compagnie van het 2de linie, klas van 1938 in de Leopoldskazerne.
Cyriel staat 3de, linksboven.

Tijdens een verlofperiode, op de foto met zijn ouders en jongere broers.

Twee broers onder de wapens, Cyriel en zijn jongere broer Robert die bij een artillerie eenheid diende.

Cyriel was bij de lichting die na het einde van zijn legerdienst bijna direct weer werd opgeroepen bij de mobilisatie op 26 augustus 1939 van het 2de linie.
Januari 1940 neemt het 2de linie stelling aan de versterkte positie van Antwerpen tussen het Fort van ’s Gravenwezel (inclusief) in het noorden en de Schans van Schilde (inclusief)  in het zuiden. 
10 mei 1940, kort na middernacht word het 2de linie in alarm gebracht.

Dankzij het dagboekje die Cyriel bijhield kunnen we lezen wat hij meemaakte in die woelige dagen.
Tot het dagboekje abrupt stopt op 23 mei..........

Vrijdag 10 mei 1940.

Schilde.

Gewekt om 2:30 uur 's morgens Alerte. In het kantonnement wordt alles in gereedheid gebracht om naar de stellingen te vertrekken. Om 4 uur op de stellingen in 2de lijn.
Talrijke vreemde vliegtuigen vliegen over en cirkelen rond. Het afweergeschut in actie. Het vuur duurt ongeveer twee uur. Tot 's middags voortdurend vliegtuigen. We vernemen den inval van Duitsland in België. Alles wordt in gereedheid gebracht voor een gebeurlijke aanval. Zware ontploffingen in den omtrek van bruggen die men doet springen. Om 16:30 uur worden we gebombardeerd door een Duits vliegtuig. De bommen ontploffen niet ver van den steenweg en op 700 meter van ons. We slaan een tent op in een weide om te slapen. Franse soldaten trekken door Schilde naar overkant.

 

Zaterdag 11 mei 1940

Om 5:30uur worden we gewekt door het gevuur op vijandelijke vliegtuigen. Reeds vroeg trekken vluchtelingen komende uit Holland door Schilde. Gans den dag Duitse vliegtuigen boven de stellingen, verscheidene bommen geworpen. Om 7 uur een hevig luchtgevecht. Na het gevecht drie Duitse en een Engels vliegtuig beneden gehaald. We zijn pas gaan slapen of we moeten naar de loopgrachten lopen om ons te beschermen tegen de bommen der Duitse vliegers. Daarna gans den nacht kalm.

Zondag 12 mei 1940 (Sinksen) = (Pinksteren)

Opgestaan om 7 uur. Reeds vreemde vliegtuigen in de lucht. Om 11:30 krijgen we bevel om een aanval te doen op valschermspringers. We moeten echter niet vertrekken. Op verscheidene punten, komen er nog parachutisten beneden. We liggen hier te midden het veld en ver van de huizen. Om 16uur passeren op den steenweg een grote kolom tanks en auto's van Franse nationaliteit.

Ik moet de wacht op van 21 tot 24 uur met Maurice. Ontvangen de wachtwoorden en moeten opletten voor de parachutisten die rond ons nog verdoken zitten.
Om 23 uur wordt er geschoten, de kogels fluiten rond ons oren, maar kunnen niets zien. Wanneer we afgelost worden gaan we slapen.

 

Maandag 13 mei 1940

Gewekt om 6 uur. We maken ons tent in den grond om bevrijd te zijn van de kogels.

11 uur Een Duits verkenningsvliegtuig vliegt laag over de stellingen en neemt foto's. Er wordt naar geschoten maar zonder resultaat. We moeten ons opstellen tegen vliegers. Het eten is goed maar komt onregelmatig. Er zijn nog geen brieven toegestaan.

3 uur, Alarm in Antwerpen en omstreken. Verschillende Duitse vliegers vliegen over.
7 uur , We krijgen een nieuwe voorraad munitie. Enige Duitse vliegers waar we naar schieten. Schilde wordt totaal ontruimd. Reeds drie dagen passeren standvastig vluchtingen van Holland en België. De nacht is rustig.

 

Dinsdag 14 mei 1940

Dicht bij ons verscheidene grote ontploffingen. Moeten schieten naar elk Duits vliegtuig. Gans den dag kalm. Moet de wacht op met drie man. Veel soldaten gaan van de stellingen weg om naar het dorp eten te gaan halen die de burgers moeten achter laten. Ik trek de wacht op om 23:30 uur tot 1:30 uur en van 3:30 uur tot 5:30 uur. Om 23:10 verwachten we een Duitse aanval. Iedereen moet op zijn gevechtspost maar er gebeurt niets. De Franse kolommen trekken achteruit, na in Turnhout de Duitsers bestookt te hebben.
Eerste brieven.

 

Woensdag 15 mei 1940

Om 3:30 uur in den morgen komt een verbindingsman zeggen dat er Duitse voorposten op vier kilometers van de stelling zijn. Met haast worden hier en daar de stellingen versterkt. Om 5 uur bestookt onze artillerie de baan naar Turnhout om den opmars der Duitschers te vertragen. Villa's en huizen worden in de lucht gevlogen om de schietsector open te hebben. In den voormiddag geen enkele vlieger in de lucht. Het weder is vrij warm.
De vijand kan tot op een kilometer van ons stellingen komen tot voor het …?.... kanaal zonder verdere tegenstand te ondervinden, juist van onze artillerie die er duchtig op los gaat.
De bomen die langs den steenweg staan worden over de baan geworpen. Om 6 uur een Duits verkenningsvliegtuig komt over de stellingen, en schiet een vuurpijl af voor afbakening. Misschien worden we vannacht bestookt met artillerie vuren.


Donderdag 16 mei 1940

Gans den nacht kalm. De voormiddag zijn we in bange afwachting maar niets gebeurt.

s' Namiddags geweldig artillerievuur op 1 kilometer voor ons stellingen.
Onze verkenners komen in aanraking met Duitse voorposten, enkele schoten.

's Avonds wordt er munitie weggehaald en we denken dat we achteruit moeten of afgelost worden.

 

Vrijdag 17 mei 1940

's Nachts gebeurt er niets. In den voormiddag zitten we met al onzen boel gereed om achteruit te trekken. Nog altijd artillerie vuur. Om 5:30 uur begint den aanval en moeten we ons achteruit trekken. We vertrekken onder geweldig artillerievuur van den vijand en beginnen te marcheren over het Albertkanaal waar een hulpbrug opgeslagen is. Daar de Duitschers ons op de hielen zit wordt de brug opgeblazen wanneer we er over zijn. De 1ste en 2de compagnie is er het ergst aan toe. Van de 250 man schiet er amper 30 over. Waaronder enige officieren.
De stoutmoedigheid der Duiters is verbluffend. Dan begint een lastige mars, gans den nacht door.

 

Zaterdag 18 mei 1940

We passeren verlaten dorpen. Wommelgem, Borsbeek, Mortsel, Oude God, Hemiksem, Basel, Steendorp en om 12 uur 's middags komen we toe in Temse waar we ons eerste eten krijgen sinds gistermiddag. Vele soldaten blijven van vermoeienis uitgeput langs de weg liggen. Daar Temse nog niet ontruimd is krijgen we koffie en boterhammen van de burgers.
Daarna gaat het weder verder den steenweg van Lokeren (tot hiertoe hebben we ongeveer 50 Kilometer aan stuk door gemarcheerd met nu en dan wat rust en zonder slapen)

 

Gans den namiddag hebben we rust en 's avonds moeten we opstellen met de mitrailleuse aan den dijk van de Schelde.
Ik ben van wacht.

 

Zondag 19 mei 1940

's Nachts grote bosbranden
Op den morgen geschoten naar verdachte bewegingen aan de overkant der Schelde. 's Morgens vroeg vertrokken te voet naar Lokeren. Van Lokeren moesten we verder met de trein. De statie en omtrek is zwaar gebombardeerd geweest. We zijn pas in de trein gestapt of worden gebombardeerd door drie bommenwerpers. Een vliegtuig wordt in brand geschoten en stort neder. Groot paniek onder de soldaten. Vluchten uit de trein die niet meer weg kon daar de rails kapot zijn.
Met vier man trekken we afgezonderd van de andere naar Evergem waar we slapen in een kasteel.

Maandag 20 mei 1940

's Morgens vroeg vertrekken naar Hansbeke. Geen goesting om de kolom te volgen en blijf achter.
Groot bombardement rond 10 uur.
We komen om 12 uur toe in Hansbeke. Slapen bij een boer in het strooi. 's Middags reed ik per velo naar Beernem in de hoop mijn broeder te zien, maar hij is reeds vertrokken. 's avonds vroeg gaan slapen. Op drie dagen meer dan 100 km te voet afgelegd.

Maandag 20 mei 1940

's Morgens vroeg vertrekken naar Hansbeke. Geen goesting om de kolom te volgen en blijf achter.
Groot bombardement rond 10 uur.
We komen om 12 uur toe in Hansbeke. Slapen bij een boer in het strooi. 's Middags reed ik per velo naar Beernem in de hoop mijn broeder te zien, maar hij is reeds vertrokken. 's avonds vroeg gaan slapen. Op drie dagen meer dan 100 km te voet afgelegd.

 

Dinsdag 21 mei 1940

We blijven gans den dag in Hansbeke en er gebeurt niets bijzonders.

 

Woensdag 22 mei 1940

We worden vroeg in de morgen gewekt en moeten ons klaar maken om te vertrekken. We gaan te voet van Hansbeke tot Ronsele waar we ons moeten opstellen aan den oever van een stroom en waar we stellingen moeten maken. Wanneer we ongeveer een uur bezig waren komt er een bericht toe dat de werken moeten stop gezet worden. 's nachts slapen we in een schuur van een boer.

 

Donderdag 23 mei 1940

Worden gewekt om terug te vertrekken. Het is echter niet ver tot Zomergem. Hier moeten we ons terug opstellen langs het zelfde water en opnieuw stellingen maken.
In de namiddag wordt het dorpje Zomergem gebombardeerd. Daar we juist buiten de kom van het dorp liggen hebben we enige bange ogenblikken beleeft. Na het bombardement komen acht jachtvliegtuigen en mitrailleren in duikvlucht soldaten en burgers.

Verscheidene slachtoffers.

We moeten hier gans de nacht doorwerken aan de stellingen

De plaats waar de sectie lag van Cyriel Pijcke op 24 mei te Stoktevijver.
De rode strepen over het kanaal is waar de brug in 1940 lag.


De plaats waar de mitrailleur was opgesteld, naast, in mei 1940, café De Baets, een honderd meter van de brug.

24 mei 1940.

Sgt. Decock en zijn mannen (waaronder Cyriel Pijcke) graven een mitrailleurput in de boomgaard van café De Baets op ongeveer 50 meter ten zuiden van de gesprongen brug. Vanuit deze positie kunnen zij de brug perfect onder vuur nemen.

Tussen 17.00u en 17.30u hoort men plots vuren doch niet voor hen maar 200 – 300 meter meer naar links waar de passerelle zich bevind.

Met gespannen zenuwen wachten de mannen af wat er gebeuren zal…….


Adjudant De Praetere Robert, peletonoverste van Sgt. Decock vertelt wat er toen gebeurde.

We hadden ons ingegraven rond de brug van Stoktevijver. Ik bevond me bij de Mi-sectie van mijn sergeant en vriend Josef De Cock.

Plots barst de hel los … Het moet rond 17 – 17.30u geweest zijn toen er ongeveer 200 meter van links van ons gevuurd werd. Onze artillerie kwam onmiddellijk tussenbeide doch zij vuurden niet naar die plek, maar meer naar onze richting toe. Obussen vielen over en in het kanaal, maar tot overmaat van ramp ook midden in onze stellingen. Het was verschrikkelijk.

Het gekerm en gehuil was niet uit de lucht .... Diep in onze loopgraven wachten wij tot het zou ophouden.

Mijn vriend Josef en zijn sectie bevonden zich op een 4 meter van mij, in de draai van de loopgracht .

Ik hoorde een verschrikkelijk gekreun. Er moet iemand getroffen zijn dacht ik toen.

Daar heb ik de meest angstwekkende momenten van mijn leven beleefd, vooral toen Josef op zijn knieën met gevouwen handen naar mij kwam gekropen.

“Robert , help me “ kreunde hij, “mijn moeder….mijn moeder…..” Robert vertelde haar alles ….

Ik kende plots geen vrees maar, obussen ontploften verder in het rond – overal gekreun en gezucht.

In een oogwenk was ik bij Josef. Zijn linkerslaap was vol met bloed. Ik meende dat hij daar gekwetst was. Snel afgekuist, maar het bleek te gaan over een vleeswonde. Josef hield zijn beide handen op zijn buik … , hij sprak geen woord maar de tranen rolden over kaak.

Een obusscherf  had zijn buik opengereten. Zijn buikspieren waren gescheurd en de darmen lagen bloot.

Meerdere, vergeefse pogingen heb ik gedaan om hem te helpen. Ik probeerde eerst hem met zijn buik op mijn rug te krijgen om hem daar weg te dragen, toch de pijn was te …. .

Ik moest hem terugleggen, te einde raad droeg ik hem met zijn rug op de mijne verder. Zijn luid gekerm deed me hem terug op de grond leggen.

Wat nu gedaan, Josef ? Ik ga hulp halen. Hij staarde me vertrouwd en dankbaar aan. Op handen en voeten kroop ik toen naar het kasteel.

Ik vond iemand om me te helpen. Op een ligstoel gebonden met koorden, konden we hem eindelijk naar de hulppost brengen.

Josef Decock zal de dag nadien, op 25 mei 1940 te Beernem, aan zijn verwondingen overlijden.

Ook de andere jongens van de Mi-sectie betaalden een zware tol:

Soldaat De Lorge Alfons kreeg een obusscherf in de rug en was op slag dood.

Soldaat Pijcke Cyriel onderging hetzelfde lot en stierf de volgende dag.

De twee benen van soldaat Van Parijs Andre werden afgeschoten. Hij werd weggebracht en overleefde de oorlog, maar niet voor lang. Hij overleed, na de zoveelste medische ingreep, op 22 september 1953 aan de in Ronsele opgedane verwondingen.

Soldaat Van De Hove werd zwaar gekwetst aan de wang.

Korporaal Gillebeert Marcel, uit Eeklo, werd zwaar gewond aan de schouder, Cyriel Pijcke was zijn bevoorrader.

Van De Hove en Gillebeert overleefden hun strijd.



Het bidprentje van Cyriel Pijcke.

De laaste rusplaats van Cyriel te Overboelare, Geraardsbergen.


Met dank aan
Marie-Claire Pijcke voor de foto's en info over haar gesneuveld familielid.