Vrijdagmorgen 24 mei was Eeklo een verlaten stad. De laatste trein met soldaten vertrok richting Brugge rond 3 uur en tegen 9 uur trokken de laatste Belgische troepen weg. Even later ging de spoorwegbrug in Balgerhoeke de lucht in.

Tegen de middag was het dan zover: Eeklonaars die op de Markt even naar buiten keken, zagen hoe een Duitse patrouille vanuit de Kerkstraat de Markt op kwam gemarcheerd.

En de eerste gevechten in en rond Eeklo zijn begonnen.

Albert Loosen, onderluitenant bij het 9de Linie kreeg opdracht na te gaan uit welke richting de Duitsers Eeklo aan het naderen waren. Met zijn patrouille van 8 man lag hij in hinderlaag aan het kruispunt Vrombautstraat-Roze, in de volksmond Kruisken genoemd.

Bij de gevechten die volgden  werd de onderluitenant geraakt in het hoofd door een scherpschutter en was op slag dood. Een ontploffende handgranaat rukte het hoofd af van soldaat Arthur De Bruycker. De overige 6 soldaten werden krijgsgevangen gemaakt.

Op 20 mei was het 9de Linie als divisiereserve opgesteld in de omstreken van Assenede. In de nacht van 22 op 23 mei bereikten onze troepen het Afleidingskanaal van de Leie in de streek van Oostwinkel nabij Eeklo. Op 24 mei werd het Regiment per spoor naar Roeselare vervoerd, waarmee het 's anderendaags in de streek van Izegem stellingen inneemt.

Soldaat Arthur De Bruycker sneuvelde aan de zijde van Onderluitenant Albert Loosen.

De Bruycker zijn vers gedoven graf in Eeklo.

Zijn graf te Nieuwkerke-Waas in 2015.

Rond 11.00u  kwamen de eerste Duitsers op de markt in Eeklo. Opeens zagen ze een Belgische legervrachtwagen in hun richting komen die ze onmiddellijk onder vuur namen. Ter hoogte van de Krüger sprongen er drie soldaten uit het voertuig en vluchten de brouwerij in. Het voertuig werd nogmaals beschoten door een MG en nu sprong ook de chauffeur uit het voertuig, een poging wagend om ook te vluchten langs de brouwerij. De poging reikte echter niet ver, doorzeefd met kogels viel hij op de grond terwijl de stuurloze vrachtwagen met een geweldige klap op de gevel van de Nationale Bank inreed.

Het slachtoffer was Gustavus Mauritius Daens 31 jaar oud wonend te Hoboken . Soldaat bij het 1ste Bat Potonniers .

Toen soldaat Albert Prosper Colman (soldaat bij het 28ste linie) de binnenrukkende Duitsers zag aankomen , wierp hij zijn wapen over de kerkhofmuur en trachtte nog te ontkomen . De Duitsers haalden hem echter in en namen hem gevangen . Samen met nog andere Belgische krijgsgevangenen verplichten ze hem mee te rijden op een vrachtwagen in de richting van Balgerhoeke . Aan de Galgenakker ter hoogte van de Belgische schildwachten stopte de vrachtwagen . Toen ontdekte een Belgische luitenant achter de Belgische soldaten de Duitsers . Onmiddellijk riep hij zijn mannen toe het vuur te openen . Bij de schermutselingen werden twee grenadiers en een aantal andere gewond waaronder soldaat Colman . Hij was zwaargewond en stierf de volgende dag .

Duitse motorrijders in de Brugsesteenweg te Eeklo.

De huizen in 2017.

Bij de inname van Eeklo op 24 mei kwamen verschillende Duitse militairen om het leven  . Na de gevechten werden er drie begraven aan de grote kerk , Unteroffizier Hans Raps , Gefreiter Ludwig Ziegaus en Wachtmeister Hans von Ahnen .

Hans Raps was één van de drie die aan de kerk van Eeklo begraven werden.

Om 12.45u werd de brug over de staatsweg aan Balgerhoeke opgeblazen , maar volgens ooggetuigen slaagde de vernieling ervan niet volledig . Om 13.25u volgde een tweede ontploffing die het wegdek voor de brug verwoestte.

Tijdens de vernieling van de grote brug werd sergeant Georges Van Wijnsberge ( 1ste regiment grenadiers) door een stuk steen op de borst dodelijk getroffen .

24 mei om 13.26u gaat de brug bij Veldekens de lucht in. Onderstaande opname werd gemaakt door Luitenant G. Hautecler enkele minuten na de ontploffing. Nochtans was het verboden voor Belgische militairen om foto’s te maken. Duidelijk te zien op de foto zijn de beschadigingen aan omliggende gebouwen door de explosie.

Op de foto links staan drie militairen, in het midden staat Luitenant Legros die op 26 mei zal sneuvelen.


Veldekensbrug.

Deze foto is genomen door een Duitse officier van het Aufklärungs-Abteilung 208. Op de achterzijde schreef hij :

Die Schlacht bei Eekloo über den Lyskanal. Diese Brücke kostete mich 1 Geschütz, 2 Gefallene, 6 Verwundete. Dafür 2 EK und 2 Tapferkeitsbeförderungen. Wir haben es geschafft.

De slag bij Eeklo over het Lyskanal. Deze brug kostte me 1 geschut, 2 doden, 6 gewonden. Daarvoor 2 EK (ijzeren kruizen ) en 2 moed promoties. We hebben het gemaakt.

Een gevechtsgroep van het 1ste Carabiniers had een Duits anti-tank pak 36 kanon kunnen vernietigen nog voor ze volledig teruggetrokken werd over de vaart.

Later op de dag rukten verkenners van het A.A.208 op naar Veldekens brug waar ze aanvankelijk weinig tegenstand ondervonden tot ze de eerste huizen van het gehucht naderden. Een Belgische machinegeweer nam de patrouille onder vuur en de 19 jarige Schütze Gerhard Gundlach werd dodelijk getroffen in het hoofd. In hetzelfde gevecht sneuvelde nog een Duitser.

Gerhard Gundlach werd later begraven met nog twee andere gesneuvelden achter het hof van Maurice Ginneberge bij Veldekens.

De twee gesneuvelden waren Gefreiter W. Schröder en Gefreiter F.Schülze alle twee behorend tot het A.A.208.

De brief die de ouders kregen van Gerhard bij het sneuvelen van hun zoon.

Gerhard Gundlach.

De veldgraven bij Veldekens van Gefreiter W. Schröder en Gefreiter Gerhard Gundlach.

Even na de middag, om 12.13u vloog de brug aan Raverschoot de lucht in.


Foto's Raverschootbrug. - John Vanootegem.

Rond 15u komt er een Duitse patrouille van 10 man uit de Broeken richting kanaal. Een Belgische soldaat, verscholen in de bomen zag ze komen en mikte op de eerste Duitser die dood neerviel, de andere lopen in paniek weg.

In een roeibootje brachten enkele Belgische soldaten hem naar de overkant van het kanaal waar ze hem in een weide aan de Belgische hulppost, gelegen op de hoeve van Maurice Bert op de wijk Akker, begraven.


Het slachtoffer was Vinzenz  Wager, geboren op 08.08.1914.

Gefreiter bij het 5.kp/481.

Tijdens de gevechten rond en in Eeklo op 24 mei vielen nu ook weer verschillende burgerslachtoffers.

Theofiel De Keyser ,geboren op 09.08.1879. Van beroep groentenverkoper en wonend in de Kerkstraat-Roze kreeg een verdwaald projectiel in de rug terwijl hij in zijn moestuin gelegen in de Rabautwegel aan het werken was.


August Spillebeen, geboren 17.02.1868. De dove August liep zoals gewoonlijk met zijn jachtgeweer in de bosjes achter zijn huis in de Schaperijstraat . De Duitsers merkten de gewapende man op en omdat de dove man niet reageerde op hun geroep joegen ze hem enkele kogels door het lijf . Hij stierf aan zijn verwondingen op 26 mei.














Camiel Goethals , geboren op 06.03.1872. Wonende in de Kerkstraat . Camiel stond met zijn zoon en enkele geburen te praten over de gebeurtenissen van de laatste dagen toen de Belgische arttillerie plots begon te schieten . Hij werd geraakt door een stuk scharpnel in de rug en was op slag dood.


Maria Magdalena Vergotte, geboren te Aalter 1899. Werd getroffen in de rug door een scharpnel tijdens beschietingen van Belgische artillerie.


Charles Pauwels , geboren 02.04.1876. Wonende in de Zandvleuge 32. Werd gedood in zijn eigen huis door een granaatinslag afkomstig door Belgische Artillerie.

August Spillebeen.

Het bruggetje van Nieuwendorpe over het afleidingskanaal aan de Wambuis moet er ook aan geloven.

Oostwinkelbrug. De brug aan de Langestraat werd al op 23 mei de lucht ingeblazen.


De brug bij Stoktevijver , Zomergem , werd op 24 mei rond 14.20 uur opgeblazen . Brokstukken en straatstenen vlogen tot bij het kasteel en in de boerderijen langs de Ronselestraat . Van de brug , die middendoor was gebroken , bleven alleen nog enkele resten van de stenen voetstukken over . De omliggende huizen werden zwaar tot licht beschadigd , geen enkele ruit bleef heel.

De herberg juist aan de brug werd zwaar beschadigd. Ook het huis en smidse van Fons Bral deelde in de brokken.


De smid Fons Bral, (tweede van links met zijn vrouw naast hem) voor zijn huis in Stoktevijver waar hij heel zijn leven woonde.

Foto genomen waarschijnlijk in de jaren 60.

Het huis van de smid in 2015.

In mei 1940 lag de brug nog aan dit huis wat vroeger een herberg was, het huis van de smid ligt aan de overkant van de straat.

In de eerste Wereldoorlog was de brug ook vernietigd geweest en men had ter vervanging een loopbrug. 

Hier en daar vind men nog resten van de oude brug.

De plaats waar in mei 1940 de brug was.

De mitrailleursectie van sergeant Decock J. behoorde tot de 4de compagnie mitrailleurs van het 1ste bataljon van het 2de linie regiment.

24 mei 1940.

Na verschillende verplaatsingen neemt het 2de linie een definitieve stelling in aan het Schipdonkkanaal, van Ronsele tot aan Oostwinkel. Het 1ste bat. word in de eerste lijn geplaatst, de 3deCie waar de Mi-sectie van sergeant Decock aan toegevoegd wordt, neemt stelling aan Stoktevijverbrug.

Sgt. Decock en zijn mannen graven een mitrailleurput in de boomgaard van café De Baets op ongeveer 50 meter ten zuiden van de gesprongen brug. Vanuit deze positie kunnen zij de brug perfect onder vuur nemen.

Tussen 17.00u en 17.30u hoort men plots vuren doch niet voor hen maar 200 – 300 meter meer naar links waar de passerelle zich bevind.

Met gespannen zenuwen wachten de mannen af wat er gebeuren zal…….


Adjudant De Praetere Robert, peletonoverste van Sgt. Decock vertelt wat er toen gebeurde.

We hadden ons ingegraven rond de brug van Stoktevijver. Ik bevond me bij de Mi-sectie van mijn sergeant en vriend Josef De Cock.

Plots barst de hel los … Het moet rond 17 – 17.30u geweest zijn toen er ongeveer 200 meter van links van ons gevuurd werd. Onze artillerie kwam onmiddellijk tussenbeide doch zij vuurden niet naar die plek , maar meer naar onze richting toe. Obussen vielen over en in het kanaal, maar tot overmaat van ramp ook midden in onze stellingen. Het was verschrikkelijk.

Het gekerm en gehuil was niet uit de lucht .... Diep in onze loopgraven wachten wij tot het zou ophouden.

Mijn vriend Josef en zijn sectie bevonden zich op een 4 meter van mij , in de draai van de loopgracht .

Ik hoorde een verschrikkelijk gekreun. Er moet iemand getroffen zijn dacht ik toen.

Daar heb ik de meest angstwekkende momenten  van mijn leven beleefd, vooral toen Josef op zijn knieën met gevouwen handen naar mij kwam gekropen.

“Robert , help me “ kreunde hij, “mijn moeder….mijn moeder…..” Robert vertelde haar alles ….

Ik kende plots geen vrees maar, obussen ontploften verder in het rond – overal gekreun en gezucht.

In een oogwenk was ik bij Josef. Zijn linkerslaap was vol met bloed. Ik meende dat hij daar gekwetst was. Snel afgekuist, maar het bleek te gaan over een vleeswonde. Josef hield zijn beide handen op zijn buik … , hij sprak geen woord maar de tranen rolden over kaak.

Een obusscherf  had zijn buik opengereten. Zijn buikspieren waren gescheurd en de darmen lagen bloot.

Meerdere, vergeefse pogingen heb ik gedaan om hem te helpen. Ik probeerde eerst hem met zijn buik op mijn rug te krijgen om hem daar weg te dragen, toch de pijn was te …. .

Ik moest hem terugleggen, te einde raad droeg ik hem met zijn rug op de mijne verder. Zijn luid gekerm deed me hem terug op de grond leggen.

Wat nu gedaan, Josef ? Ik ga hulp halen. Hij staarde me vertrouwd en dankbaar aan. Op handen en voeten kroop ik toen naar het kasteel .

Ik vond iemand om me te helpen. Op een ligstoel gebonden met koorden , konden we hem eindelijk naar de hulppost brengen.

Josef Decock zal de dag nadien, op 25 mei 1940 te Beernem, aan zijn verwondingen overlijden.

Ook de andere jongens van de Mi-sectie betaalden een zware tol:

Soldaat De Lorge Alfons kreeg een obusscherf in de rug en was op slag dood.

Soldaat Pycke Cyriel onderging hetzelfde lot en stierf de volgende dag.

De twee benen van soldaat Van Parijs Andre werden afgeschoten. Hij werd weggebracht en overleefde de oorlog, maar niet voor lang. Hij overleed, na de zoveelste medische ingreep, op 22 september 1953 aan de in Ronsele opgedane verwondingen.

Soldaat Van De Hove werd zwaar gekwetst aan de wang.

Korporaal Gillebeert Marcel, uit Eeklo , werd zwaar gewond aan de schouder .

Van De Hove en Gillebeert overleefden hun strijd.

Sergeant Josef Decock.

Soldaat André Van Parijs.

Soldaat Cyriel P. Pijcke.

De plaats waar de mitrailleur was opgesteld, naast café De Baets.

4 Duitse graven aan de Stuiver, een paar honderd meter van het kanaal aan Stoktevijver.

Alle 4 behorend tot het 309ste Infanterie regiment.

Een reeks foto's van het 1ste  regiment Grenadiers aan de sturten bij Raverschoot. Deze foto's zijn teruggevonden na de gevechten door veldwachter Albert Noteboom in de loopgrachten aan Raverschoot.

De grenadiers in deze groepsfoto's zijn soldaten van de 14de companie antitank geschut, bewapend met het C47 kanon.

De soldaat in het midden, met zijn tankhelm, is de chauffeur van de utility trekker.

Toen het Belgisch leger er zeker van was dat de Duitsers in Eeklo zaten, opende ze het artillerievuur op de stad en omgeving. Dat koste enkele Duitsers het leven maar ook burgers waren het slachtoffer.

De artillerie legde alles plat wat hun gezichtsveld tussen de Langestraat in Oostwinkel en Balgerhoeke belemmerde en ontzag niets of niemand.

Ook in Bassevelde vielen onschuldige burgers door Belgische artillerie granaten. Twee kinderen 13 en 9 jaar oud waren twee van de drie slachtoffers .

Lees meer hierover bij: Persoonlijke verhalen.

Duitse troepen rukten op naar het afleidingskanaal , langs de treinroute Eeklo - Balgerhoeke maar kregen zwaar weerstand door de Belgische artillerie die verschillende slachtoffers veroorzaakte .

In de vroege namiddag vertrok de Duitse 1ste Zug van de 2./I.R.481 vanuit de St. Jansdreef naar Balgerhoeke om een verkenning uit te voeren.

De Zug werd geleid door Zugführer Rudolf Pfaff (zie Soldbuch Rudolf Pfaff.)

De Zug bestond uit verschillende Gruppen (groepen) waaronder de “Gruppe Krause”, genaamd naar de onderoff. die de groep leidde.

De “Gruppe Krause” met de aanvoerder voorop, kon de huizen van Balgehoeke  zuiveren. De gevechtsgroep was erin geslaagd om tot aan het kruispunt te geraken van de kanaalbrug, op dat moment werd Uneroffizier Krause getroffen. Zwaargewond aan de kin en ondersteund door krijgsgevangen Grenadiers werd hij teruggebracht naar de St. Jansdreef.

Alfred Franke.

Duitse soldaten begroeven twee doden aan de St-Jansdreef nabij de spoorwegovergang. Alfred Franke was gedood door een granaatsplinter, Johann Enzmann door een kogel in de borst tijdens een patrouilletocht in Balgerhoeke.

Johann Enzmann.

Een honderd meter verder voorbij de spoorweg in de St-Jansdreef werden er nog eens drie Duitse gesneuvelden begraven. Ze waren het slachtoffer geworden van de Belgische artillerie. Ze werden samen in één veldgraf begraven.

De drie slachtoffers waren :

Unteroff. Alois Rossmann.

Schutze Werner Friedrich.

Schutze Otto Oeser.

Het graf van de drie gesneuvelden in de winter van 40-41.

De spoorwegovergang in de St.-Jansdreef in 2015.

Langs de spoorlijn richting Balgerhoeke komt men bunkers tegen, ze maakten deel uit van de Hollandstellung.

In mei 1940 werden deze bunkers gebruikt door de Duitse soldaten tegen bescherming tegen Belgische Artillerievuur.

In de nacht van 24 op 25 mei sneuvelde de Duitse kannonier August Becker in het nieuwstraatje te Eeklo.

Hij werd gedood door een granaatsplinter.

Te Ronsele heeft een ploeg van het 2de Genie voor het vak van het 1ste bat. van het 2de linie een voetbrug over het kanaal geworpen om er een verwittigingspost te kunnen instellen en op 24 mei vertrekken om 15u een korporaal en twaalf mannen om zich er te vestigen. Deze laatste vorderen behoedzaam zonder evenwel de Duitse wielrijders te bemerken die een uur voordien op Stoktevijver zijn aangekomen. Alzo komen ze in een hinderlaag terecht en worden ze gevangen genomen zonder hun bat. te kunnen waarschuwen.

Van dit succes gebruik makend nadert de 9de compagnie van kapitein Winter van het 309de Duitse Infanterie het kanaal waarvan de hoge dijken het zicht op de rechteroever beletten.

Rond 17u trekt zij in looppas de voetbrug over en verrast zij de mannen van de genie die in slaap zijn gevallen bij de vrachtwagens waarop zij hun wapens hadden neergelegd. De Duitsers vallen onmiddellijk het vak van het 1ste bat. van het 2de linie binnen en overrompelen de 1ste comp., vallen de 3de comp. aan waarvan kapitein-commandant Vanden Driessche wordt gekwetst wanneer hij zich tracht te verzetten, vervolgens worden ze door de naar achteren geplaatste 2de comp. afgeremd en uiteindelijk moeten ze stoppen voor het II bat. dat op de 2de echelon staat opgesteld.

Omdat de voetbrug zich op de grenslijn bevindt van de twee regimenten die op de vuurlijn vertoeven, wordt het III bat.van het 23ste linie eveneens aangevallen maar zij 11de comp. trekt er van door en laat het kanaal in de steek.

Intussen herstelt kolonel Devloo de verdedigingslijn van zijn 2de linie door er de 9de comp. in onder te brengen die zich bij zijn 3de erg toegetakeld compagnie aansluit, terwijl kolonel Dendal van het 23ste linie zich naar het kanaal begeeft waarvan hij de dijk opnieuw doet bezetten en er door het II bat. van kapitein-commandant Oborski een defensieve hoek laat vormen.

Op 24 mei overlijd Eeklonaar Albrecht Spittael te Brugge aan opgelopen verwondingen. Hij was sergeant bij het 3de linie , II bat. 7de comp.

krijgsgevangenen worden ondervraagd door een Duitse militair.

Bertrand Vande Velde, soldaat bij het 2de linie , 3de comp.

Sneuvelde te Waarschoot op 24 mei.

24 mei 1940, Bertrand Van de Velde overlijdt tijdens een verre patrouille te Waarschoot..., Bertrand werd met een 6-tal man op patrouille gestuurd richting Stoktevijver - Waarschoot doch opgesteld met zijn gevechtsgroep even buiten het gehucht van Stoktevijver werden deze op 24 mei omstreeks 18u00 krijgsgevangen genomen en afgevoerd richting Waarschoot, daar aangekomen werden zij zoals  talrijke andere krijgsgevangenen door eigen artillerie beschoten (de Belgische artillerie schoot toen een spervuur af op alle invalswegen naar het kanaal toe) hij overleed ter plaatse.